De cartograaf van Siam

17 februari 2016 - Ayutthaya, Thailand

De advocaat heeft het wetboek, de theoloog de bijbel of ander heilig boek, de geograaf heeft zijn atlas. Daar heb ik er een heleboel van.  Als jongetje van acht jaar waren de tien minuten sochtends voor het naar schoolgaan mijn 'atlasmoment'. Dan was ik op de kaart al reizen aan het bedenken die ik later 'echt' zou gaan doen.  Geografen hebben cartografen nodig. Om antwoord te krijgen op de eerste van de twee kernvragen uit hun vak: "waar, en waarom daar?".  Er is anno nu geen mooiere atlas dan de Bos atlas, van het huis Wolters Noordhoff, die het vak van het kaarten maken echt verstaan. 
Nederland heeft een lange traditie in de cartografie. Goede kaarten waren een noodzaak tijdens de Gouden Eeuw. Om  veilig naar verre oorden te navigeren, en ter plaatse de weg te vinden. Goede kaarten waren van onschatbare waarde.. En mooie kaarten werden als ware kunstobjecten vervaardigd en verhandeld. 
Een van de cartografen die  kaarten maken tot kunst verhief was Johannes Vingboom. Hij woonde en werkte in het 17e eeuwse Amsterdam, tijdelijk zelfs in dienst van de wereldberoemde kaartenmaker Joan Bleau.
Vingboom was cartograaf en aquarellist. Zijn specialiteit werd het vervaardigen van aquarellen van exotische gebieden. Hij ging daar niet zelf heen, maar maakte gebruik van situatieschetsen die scheepslieden ter plaatse maakten in opdracht van de VOC en de WIC.  Al dat materiaal was in Amsterdam te vinden. Zijn kaarten waren in die tijd terecht al gewilde objecten. 

17e eeuwswe kaart van Iudad Siam van Johannes Vingboom

Neem zijn 'Afbeldinge der stadt Iudad hooft des choonincrick Siam'. Een plattegrond in vogelvluchtperspectief van de voormalige hoofdstad van het koninkrijk Siam: Ayutthaya, de stad waar ik nu ben. De prent laat zien dat de stad doorsneden wordt met kanalen en bezaaid is met tempels. Linksboven zie je het koninklijk paleis. De ruïnes van dat paleis, dat  grotendeels verwoest is in de 18e eeuw, zijn vandaag de dag een top bezienswaardigheid en UNESCO werelderfgoed. De gelijkenis tussen de ruïnes die ik hier zie en het paleis op de kaart van Vingboom is opvallend. 

Royal Palace

De bewoner van het paleis was niet zomaar een koning. Alleenheerser, potentaat zijn nog bescheiden woorden. De Schiedammer Jeremias van Vliet, in de 17e eeuw directeur van het voc handelskantoor in Ayutthaya schrijft erover in zijn 'Beschrijving van het koninkrijk Siam'.  Hij merkte op dat de koning van Siam geëerd en aanbeden werd door zijn onderdanen 'meer dan een god'. De titel die de koning droeg was bijpassend: 'meester van de lucht en de aarde, wiens roem gekend is tot de top van de hemel en die wordt aanbeden als de stralende zon, wiens orders door mij worden uitgevoerd, uw arme slaaf, en wiens woorden door mij worden gedragen op de kruin van mijn hoofd' Van Vliet schreef laatdunkend dat de koning bovendien gehecht was aan zijn titels. Zoals wij vandaag de dag over zeg Noord-Korea schrijven. 
Vandaag de dag moet de koning van Thailand het doen met de titel 'de Grote', en de dagelijkse berichtgeving over hem op het journaal. Maar pas op, beledig zijn naam, bijvoorbeeld door een bankbiljet met zijn portret te verscheuren, of een munt weg te werpen, en je kunt tot 15 jaar de cel in. Het koningsvereren is on-Nederlands gebleven. 


Deze koning kwam zelden buiten zijn paleis, maar als hij ging, ging hij goed.  Het water op met 15 luxe gedecoreerde boten, elk met tot 100 roeiers. Een stuk of 800 lijfwachten en zo'n 2000 hoge lieden in zijn gevolg. Terwijl ik vandaag vaar op de Chaophraya rivier rond de stad, probeer ik me het beeld van die varende stoet voor te stellen. De heiige avond, de silhouetten van oude tempels en de houten boten op het water lijken het juiste decor. Tot zover, voor het overige oogt Ayutthaya als een hedendaags stadje in Zuidoost Azie.

De koning van Siam vond bij tijd en wijle een metgezel in schepen van de VOC, die hem kwamen helpen als hij weer eens op oorlogspad ging. Niet dat de Voc veel zag in oorlog voeren, met dit soort bijstand wonnen zij de gunst van de koning. En met de zegen van de koning kon de Compagnie haar handelspositie in Siam stevig versterken. Met een  handelskantoor van formaat en 30 man personeel handelde de voc er lucratief op los.

Abel Tasman was in 1648 onderweg naar Ayutthaya om koning Prasatthong te helpen een opstand in Songkhla neer te slaan. Alleen, hij kwam nooit in Ayutthaya aan. Om onduidelijke redenen wendde hij in opdracht zijn voc bazen voortijdig de steven naar Batavia. De koning van Siam was 'not amused' en de handelsrelatie met de voc stevig geschaad. Tasman zelf bleef vanaf toen in Batavia waar hij ruim tien jaar later, ondertussen steenrijk, overleed.

In de loop van de 18e eeuw was de handel in Ayutthaya aan het opdrogen en sloot de voc haar kantoor.  Alleen de fundamenten van het complex bleven. Tot in 2004 onze Beatrix de plek bezocht en een museum wegschonk. Vandaag de dag te bezoeken als Baan Holanda. Hoe zou het dankwoord aan haar hebben geluid? "O Meesteres van de lucht en de aarde, wiens roem gekend is tot de top van de hemel......."

Foto’s

1 Reactie

  1. Dianne Schellekens:
    17 februari 2016
    Ha Tom,
    Leuk om te lezen. Je hebt er een fan bij.
    Goede reis voor het hele reisgezelschap.

    Groeten Dianne