Valdostaan

5 mei 2022 - Sarre, Italië

Voor een geograaf zijn autonome gebieden hartstikke interessant. Door een combinatie van ligging, taal en cultuur hebben ze een eigen karakter. Goede kandidaten voor een autonome status zijn vaak eilanden, perifere regio’s en later toegevoegde gebieden aan een land. 

Italië kent 5 autonome gebieden. De eilanden Sardinië en Sicilië, en drie regio’s in het noorden: rond Triest en Venetië, de regio Trento, waar ik een halfjaar geleden nog was, en de kleine autonome regio Valle d’Aosta. Die laatste is de enige van de vijf die ik niet eerder heb bezocht. Nu ben ik er. Deze relatief kleine vallei aan de voet van de Alpen heeft maar 120.000 inwoners. Zoveel als een middelgrote stad in Nederland. Typisch voor dit gebied: overal kom je de Franse taal tegen. Plaatsnamen in het Frans, streekproducten in die taal. En daarmee heb je de kern van de identiteit van dit gebied te pakken.

ca3661b7-4fb0-4b7f-8f57-eb75808ed5b2

Vlak buiten de regionale hoofdstad Aosta ligt het dorp Sarre. Wie meer wil weten over de wordingsgeschiedenis van deze autonome regio moet het lokale kasteel bezoeken. Daar wordt je het verhaal duidelijk. Dit kasteel was het buitenverblijf van de eerste koning van Italië: Victor Emmanuel II. Zijn herkomst: het koningshuis Savoie, met roots in de gelijknamige regio in het oosten van Frankrijk. Dit adellijke geslacht mocht in 1861, na de eenwording van Italië, de eerste koning van het verenigde land leveren. Wie ooit in Rome is geweest, kan zich vast het enorme wit marmeren mausoleum dat voor hem werd opgericht herinneren.

IMG_7180Hertogdom Savoie

Emmanuel II was een afstammeling van Humbert Withand, die al in de 11e eeuw de eerste graaf van Savoie werd. In die tijd werd ook de Aosta vallei deel van het aan het koninkrijk Frankrijk gelieerde hertogdom. Dat zou 700 jaar zo blijven tot de eenwording van Italië. Die eeuwenlange Franse beïnvloeding poets je natuurlijk niet zomaar weg. Het Frans als taal is gebleven. 

Het kasteel van Sarre is een icoon voor de aanwezigheid van het huis Savoie in de regio en de stempel die ze op het gebied drukten. Het familiewapen, dat doet denken aan de vlag van Zwitserland, hangt prominent aan de muur.  Elders in het kasteel vind je een originele negentiende-eeuwse tricolore vlag met de naam van Emmanuel  als symbool voor de Italiaanse eenwording. 

IMG_7198IMG_7193

De heren van het huis Savoie hadden een reden om het kasteel frequent te bezoeken. Ze hielden van de jacht. En niet zo’n beetje ook. Hele kuddes steenbokken en gemzen uit het omliggende Alpengebied moesten het loodje leggen. Hun hoorns werden in symmetrische patronen aan muren en plafonds geplakt ter decoratie van het kasteel. De zalen en gangen. Het levert een bizar, haast luguber beeld. Ik heb zoiets nog nooit gezien.

IMG_7185IMG_7190

Tijd om het kasteel te verlaten en de vallei in te trekken. Gignod heeft alle kenmerken van een mooi dorp in de Alpen. Een handvol huizen verspreid over groene hellingen tegen een decor van witte bergtoppen. 

Op de kleine parkeerplaats staat een beeldje met een gedenkplaat in een vreemde taal. Het lijkt wel een soort middeleeuw Frans. De regionale afdeling ‘Coumba Freide’ (koude vallei) van de Associazione Nazionale Alpini,  een 100 jaar oude veteranenvereniging van Alpentroepen, heeft de steen geplaatst. De taal op de steen is de spraak van de Aosta-vallei: het Valdostaan. Het is een variant van het Arpitaans of Francoprovencaals, een oude streektaal uit het westen van de Alpen dat in allerlei varianten wordt gesproken in delen van Frankrijk, Italië en Zwitserland.  Hoewel tegenwoordig nauwelijks nog iemand in de vallei het Valdostaan als moedertaal heeft, wordt het toch door de helft van de bevolking gesproken. 

IMG_7024IMG_7022IMG_7048Arpitaans taalgebied

Taal is een uiting van een eigen cultuur. Cultuur maakt identiteit. En identiteit vormt een basis voor politieke macht. Al sinds het einde van de 19e eeuw bestaat er een onafhankelijkheidsbeweging in de vallei. De Unie van Valle d’Aosta was de eerste. Ze hield een voorzichtig pleidooi voor autonomie,  gericht op de erkenning van het Francoprovencaals en het Frans als officiële talen. De regering van de jonge staat Italië voelde er niet voor. Het fascistische regime in de jaren dertig nog veel minder. Spreek Italiaans als je ook maar iets wil bereiken in de maatschappij, zo simpel was het.  Desondanks bleef het streven naar eigen invloed in de vallei bestaan. 

Na de Tweede Wereldoorlog werd de Union Valdotaine opgericht. Op haar hoogtepunt in 2000 haalde de ‘autonomie-partij’ maar liefst 47% van de stemmen in de regio. Samen met andere partijen die de autonomie van de regio willen beschermen is het een politieke factor van belang gebleven.

IMG_7025IMG_7040

Een meer activistische groep, de Arpitaanse beweging werd in 1973 hier in het dorp Gignod opgericht. De afkorting van hun volledige naam Harpitanya Etnocrateka Libra is HEL. Dat straalt wel wat uit, toch?  De grondleggers van de beweging spraken in datzelfde jaar in Leuven met vertegenwoordigers van de IRA en de ETA. Het was een tijd van hard verzet. Gelukkig beperkte HEL zich vooral tot uitingen in graffiti op muren en muziek in de regio. HEL streefde naar culturele binding tussen alle Arpitaanse bevolkingsgroepen rondom de Mont Blanc, in Italië, Frankrijk en Zwitserland. Nationale grenzen bleken echter te sterk. Al wordt er wel degelijk over de grens samengewerkt, de politieke tak van de beweging wist geen internationale alliantie te bewerkstelligen.

Wat de autonome status van deze regio precies inhoudt lees ik in het “Statuto Speciale” uit 1948. De bevoegdheden van het regionaal bestuur lijken op die van een provincie of gemeente in ons land. Het grote werk ligt bij de nationale overheid. Bijzonder is wel dat de Franse taal in deze regio dezelfde officiële status heeft als het Italiaans. Een soort Friesland. Driekwart van de bevolking heeft het Italiaans als moedertaal. Toch gebruikt ook driekwart van de bevolking het Frans als taal, naast het Italiaans.  

IMG_7066IMG_7094

In het Verenigd Europa is veel aandacht voor de positie van minderheden en autonome gebieden. En terecht. Bovendien zijn die typisch regionale verschillen ook een economische factor: het trekt toeristen.

In de Aosta vallei zie ik opnieuw dat het mooi is om je eigen identiteit te kunnen uiten en tegelijkertijd deel uit te maken van een groter geheel. Al vaker schreef ik in mijn blogs over dit thema. En over de lange oorlogszuchtige geschiedenis die hier in Europa aan vooraf ging. Ik hoop dat de nationale staten en regionale politici op ons continent niet teveel de populistische kant op gaan onder het credo ‘eigen volk eerst’. Dan zal de kleurige Europese lappendeken van culturen, talen en autonomie kunnen blijven floreren. En ons mooie reisbestemmingen bieden. 

IMG_7218