Verboden vrucht

22 juni 2019 - Praslin, Seychellen

Stel: je bent zeeman, ergens in het midden van de zeventiende eeuw. Na een lange reis maak je een stop op een van de koraaleilanden van de Malediven. Je oog valt op een groot object in de branding. Een kokosnoot. Maar eentje van een halve meter doorsnede,  van een omvang zoals ze nergens op deze eilanden voorkomen. En die vorm, die doet denken aan de billen van een vrouw?

IMG_5806Lodoicea_maldivica_seed

Zo’n mysterieus object, met zo’n betekenisvolle vorm moest wel een magische werking hebben. Een uniek decoratiestuk; bron van geneeskracht en lustopwekkende stoffen. De reuzekokosnoot spoelde slechts sporadisch aan op de kusten van de Malediven. Wie er een vond diende deze af te staan aan de lokale koning. Op zelf houden stond de doodstraf.  Slechts de ‘rich and famous’ uit de Westerse wereld wisten een exemplaar te bemachtigen. In 1602 kwam de eerste vrucht in Europa en werd direct gekocht door keizer Rudolf II van Habsburg, die er 4000 goudstukken voor betaalde. Admiraal Wolfert Harmenzoon, waarover ik schreef in mijn blog over het eiland Rodrigues,  kreeg in datzelfde jaar een exemplaar van de koning van Bantam als dank voor zijn optreden tegen de Portugezen. En wat dacht je van de Britse prins William en zijn vrouw Kate, die kregen er in 2011 een tijdens hun huwelijksreis. Niet op de Malediven, maar op de plek waar de monsters echt groeien. Daar ben ik nu ook. Om ze zelf te zien.

P1190730

'Nature's best kept secret', staat op de placemat in mijn appartement. En daaronder, in blauwe letters: 'Seychelles'.
Een zee van diep azuurblauw, parelwitte stranden en tropische vegetatie in alle kleuren groen: ja, die titel op de placemat past deze afgelegen eilandengroep goed. Vanuit de hoofdstad Victoria, die met haar 25.000 inwoners de eer heeft de kleinste hoofdstad ter wereld te zijn, neem ik de boot naar het 50 kilometer noordelijk gelegen eiland Praslin. Samen met Praslin´s buureiland Curieuse zijn het de enige twee plekken in de wereld waar de fameuze Coco de Mer groeit. De fast ferry van de firma Cat Cocos is in een uur aan de overkant. Ondanks de stevige prijs van €100,= voor een retourtje zit de boot tot de laatste stoel vol met pakketreis-toeristen. Voor een kleine toeslag heb ik een plaatsje bovendeks gekocht, in de open lucht. Geen slechte keus, na 20 minuten varen komen de eerste grauw uitziende lieden uit het benauwde benedendek naar boven gestommeld, ondersteund door hun reisbegeleider. Zelfs bovendeks zie ik een enkel kotszakje naar de mond gaan. We zitten dan ook midden op de Indische oceaan. Een prachtige regenboog omspant de contouren van het hoofdeiland Mahé, dat langzaam uit zicht verdwijnt.

IMG_5769P1190674 (2)

Het laatste stukje tropisch regenwoud waar de beroemde kokosnoot nog groeit, de Vallée de Maie op Praslin, is in 1983 op de UNESCO lijst van werelderfgoed gezet.

In 1768 ontdekte een landmeter in Franse dienst, Brayer de Barré, als eerste de ware plaats waar de reuzekokosnoten groeiden. Het mysterie was ontrafeld. Slim als hij was versleepte hij een scheepslading van de noten naar India om ze tegen een mooie prijs te verpatsen. Daarna kelderde de prijs natuurlijk en deed de ontnuchterende waarheid het magische verhaal van palmwouden diep in zee uiteenspatten. Om 100 jaar later de ster te worden in een nieuwe, minstens zo fascinerende theorie.

Al mag je wat verwachten voor een entree van €20,= in het UNESCO woud: de lyrische verhalen in folders en reisgidsen over de prachtige Vallée de Maie blijken overdreven. Het is er zonder meer mooi: de reusachtige palmen van soms 30 meter hoog, met bladeren die tot 10 meter lang worden, zijn best indrukwekkend. De trossen ‘coco’s’ op grote hoogte zijn, nu ik hun verhaal ken, ook bijzonder. Maar de bezoeker wordt lekker gemaakt met een verhaal dat de Britse generaal Charles Gordon, over wie ik schreef in een blog in Khartoem, in 1881 de wereld in zond: deze vallei was niets minder dan het Hof van Eden. In die tijd waren de Seychellen nog een nagenoeg onbewoond en onontdekt eilandenrijk. Bij de aanblik van de Vallée de Maie kon de gelovige Gordon niets anders denken dan dat hier de oorsprong van alles lag, de Bijbelse Tuin waar Adam en Eva van de verboden vrucht aten.

P1190670 (2)P1190585 (2)

Voor mij geen aards paradijs-gevoel hier. Wel heb ik het geluk dat ik van de wandelingen door het gebied de zuidelijke route neem: een tijd lang kom ik niemand tegen. Ik  loop in stilte onder het bladerdek van honderden jaren oude reuzen-palmbomen met hun monster-noten die tot wel 30 kilo zwaar worden. Wat aanleiding gaf tot de flauwe grap dat Eva wel een sterk wijf moet zijn geweest om Adam de verboden vrucht te overhandigen. Af en toe krijst en ritselt een tropische vogel door het bladerdek. Ik ben in een oeroud gebied dat haar oorspronkelijke karakter heeft weten te behouden. Toegegeven: dat voelt wel speciaal. Zeker in de wetenschap dat de Seychellen niet zoals veel andere eilanden van vulkanische oorsprong zijn. Nee, het zijn de restanten van het continent Gondwana, dat 160 miljoen jaar geleden begon op te splitsen in de hedendaagse continenten Zuid-Amerika, Afrika, Australië en Antarctica. Al is het hier niet Bijbels, ik sta wel dicht bij de oorsprong van de aarde zoals wij die kennen.

P1190664 (2)

De vele toeristen, die stevig betalen voor een pakketreis naar de Seychellen, zorgen voor welvaart op de eilanden.  Dat moet ook, want 90% van het voedsel moet hier worden geïmporteerd. De harde valuta die nodig zijn om dat te bekostigen, worden bijna volledig door de toeristensector opgebracht. Het zorgt voor werk voor eenderde van de beroepsbevolking. Grofweg de andere tweederde heeft een baan bij het grote overheidsapparaat. Dat zie je wel meer in relatief kleine eilandstaten. Op de dag dat we allemaal stoppen met vliegen vervalt dit land, dat alleen door de lucht bereikbaar is, in diepe armoede.

Kwetsbaar is het sowieso, de Seychellen liggen weliswaar redelijk geïsoleerd, maar toch niet ver van potentiele conflictgebieden. Tijdens de Golfoorlog in de jaren negentig stortte het toerisme in. En het valt me op dat het helemaal niet lang vliegen is voor we de kustlijn van Somalië passeren. Toch, met het hoogste Bruto nationaal product per inwoner van alle Afrikaanse landen en een relatief gelijke welvaartsverdeling, is het hier voor de meeste inwoners goed toeven. Onderwijs en gezondheidszorg zijn gratis. Wat natuurlijk wel een aanslag is op de overheidsfinanciën. Toch zetten de Seychellen gelukkig niet in op massatoerisme als ‘cash-cow’. Ze blijven vasthouden aan kleinschalig, hoogwaardig toerisme. Ik denk dat dat hun troefkaart is.

P1190615 (2)IMG_E5818P1190736IMG_E5809

Michel, de beheerder van het appartement waar ik verblijf, is blij met de politieke stabiliteit, de welvaart en het heerlijke klimaat. Maar hij heeft ook zorgen. Teveel landgenoten vertrekken naar het buitenland om er werken. Dat brengt weliswaar valuta in het laatje, maar neemt een flinke hap uit  de toch al kleine beroepsbevolking die ter plaatse op de eilanden voor ontwikkeling en productie moet zorgen. Klagen doet hij niet, na de zomer staat een reisje naar Engeland op het programma, waar hij familie, uit diezelfde groep expatriats dus, gaat bezoeken.

Dat Engeland het oude moederland is merk je aan alles. Neem de naam van de hoofdstad, genoemd naar koningin Victoria. Of de klokkentoren midden  in het centrum, een kleine kopie van de Big Ben. Of het rijden aan de linkerkant van de weg. Engels is ook de officiële taal.  Maar niet de spreektaal: net als op Mauritius praat iedereen Creools, een sterk door het Frans beïnvloedde eigen taalvariant. De bevolking van de Seychellen is een etnische mengeling van Afrikanen, Aziaten en Europeanen. Naar het schijnt zijn er geen etnische spanningen, ook al zo’n zegen.

IMG_5775P1190624P1190610 (2)

Je kunt haast niets over de Seychellen lezen, of je komt het verhaal van de befaamde zeekokosnoot tegen. Alle Nederlandse kranten wijdden er de afgelopen jaren wel een keer een reisartikel aan. Omroep Max toonde vorig jaar een documentaire over de vrucht met de veelzeggende titel ‘van onschatbare waarde’. Maar het meest bijzonder is toch het boek uit de achttiende eeuw van Georg Everard Rumphius: militair, koopman, geograaf en botanicus in dienst van de VOC. Het ‘Amboinsche kruidboek’, bevat schitterende tekeningen van de zeekokosnoot. En van vele zeldzame en kostbare specerijen. Tientallen jaren lang hield de VOC de uitgave van het werk tegen. Doodsbang dat iemand met kennis van specerijen hun rijkmakende handelsmonopolie zou kunnen doorbreken. Niet onterecht. In de tuin van het kleine historisch museum in Victoria staat een wit marmeren beeld van meneer Pierre Poivre. Al is die achternaam toeval, hij was wel degene die in de achttiende eeuw specerijen als kruidnagel en nootmuskaat van de Molukken naar de Seychellen wist te smokkelen. Dat waren de echte verboden vruchten in die tijd. Nog steeds worden ze op de eilanden verbouwd. Zo’n mooi beeld op zo’n mooie plek: de Seychellen lijken Pierre voor zijn diefstal nog steeds erkentelijk te zijn.

P1190699P1190701

De verboden vrucht van onze tijd is opnieuw de Coco de Mer. Ditmaal niet als verhaal, maar echt. De grootste palmboom en kokosnoot ter wereld zijn heftig beschermd. Kate en William hadden een nog hoop gedoe om hun huwelijksgeschenk met officiële toestemming het land uit te krijgen. Slechts heel af en toe wordt er een exemplaar verkocht aan een botanische tuin ergens in de wereld.

De zeekokosnoot bleek geen zeekokosnoot te zijn. En dat is niet erg: als zeldzaam botanisch juweel,  bron van mythes en verhalen en nationaal symbool van een prachtig eilandenrijk in de Indische oceaan heeft het reputatie genoeg. Alle reden om er zuinig op te zijn.

P1190596munt

Foto’s