Grote dikke bloementaart

30 december 2023 - Berlijn, Duitsland

Over het algemeen vind ik reisgidsen boeken van het saaie soort. Matig informatief, meestal gedateerd en niet erg levendig geschreven. Maar goed nieuws: soms gaat gedateerd zijn toch samen met levendig geschreven. Een tijd geleden kocht ik op een boekenbeurs voor het goede doel min of meer impulsief een oud boekje uit 1891 met de eenvoudige titel ‘Berlijn’. 

Nu, een jaar later, kort voor mijn reis naar de Duitse hoofdstad ontdek ik wat een leuke reisgids het is. Geschreven door Geertruida Carelsen, pseudoniem voor Amy Geertruida de Leeuw, schrijfster en journaliste. Geen standaard beroep voor een vrouw in die tijd. Aan het einde van de negentiende eeuw werkte ze als correspondent in Berlijn voor de krant Het Nieuws van den Dag. Haar ervaringen in Berlijn gebruikte ze om een reisgids samen te stellen.

Geertruida’s kijk op de stad en haar bezienswaardigheden 130 jaar geleden, met recht-voor-zijn-raap oordelen over wat ze ziet, maakt het boekje een leukere leidraad om je door Berlijn te voeren dan menig hedendaagse reisgids. 

IMG_7430

Laten we op pad gaan. Natuurlijk beginnen we bij Unter den Linden, de straat der straten in het Berlijn van nu en van toen. Vandaag, op een dag laat in december, kuieren mensen over het brede midden tussen twee rijstroken en over de stoepen aan weerszijden daarvan. Er is weinig autoverkeer. 

En de linden langs deze brede laan? Geertruida schrijft er in 1891 het volgende over: “ Indien iemand zich mocht voorstellen hier eene lindelaan te vinden zooals de Spanjaardslaan bij Haarlem, of de Maliebaan te Utrecht, dan wacht hem eene jammerlijke teleurstelling. Deze Berlijnsche linden zijn allerongelukkigste boompjes, zonder kracht of heerlijkheid, noch eerwaardig van ouderdom, noch verkwikkend door jeugdige frischheid (….)klein, krom, onregelmatig en nochthans in het minst niet sierlijk: griezelig, miezerig, armzalig. (….). Kortom ‘t is een zootje dat het aankijken niet waardig is.” 

Deze passage lees je niet zomaar gaandeweg haar reisgids, nee, we hebben het over de allereerste pagina. Wat een ontnuchterende introductie in de Duitse hoofdstad! 

Maar mevrouw Carelsen herpakt zich meteen op pagina 2 met een geintje: “Gelukkig zijn wij niet voornamelijk te Berlijn gekomen om te botaniseren”. Waarna haar beschrijving van de beroemde laan een heel positieve wending neemt. “Langs de Linden komen wij nu in hoofdzaak winkels, achter welke vensters aan duitsche kunst en duitsche industrie, en bij wijlen ook aan duitsche wetenschap, grote eer aangedaan wordt. Ik zal u niet uitlachen indien gij voor elk raam blijft staan kijken. Integendeel.” 

Moet je nu komen kijken. Winkels zijn vooral souvenir zaken, waar goedkope rommel van de Chinese industrie eer aan wordt gedaan. 

IMG_7451

De mooie publieke gebouwen verderop de laan, zoals de Academie en de universiteit konden op Geertruida’s goedkeuring rekenen. Ze zijn na de Tweede Oorlog zorgvuldig in oorspronkelijke staat hersteld. 

IMG_7329IMG_7442

“En ginds, midden op de brede straat, juist waar de boomen ophouden, wordt uw oog getrokken door het welbekende ruiterstandbeeld van Frederik den Groote, een der meesterstukken van Rauch. Beide kleur en vormen spreken aanstonds tot het beste in uw smaak.” 

Geertruida beschrijft hoe in de jaren tachtig van de negentiende eeuw elke ochtend rond 11 uur zich een groepje mensen rondom het beeld verzamelde om een glimp op te vangen van de keizer (Wilhelm I) die bij het aflossen van de wacht even voor een van de ramen kwam kijken. Als ik de afbeelding van deze plek uit de oude reisgids bekijk lijkt de tijd hier een beetje stil te hebben gestaan. Ook zonder keizer Wilhelm bij het raam. 

IMG_7320

Ook 130 jaar geleden gold de Brandenburger Tor, tegenwoordig HET symbool van de stad, al als “een der schoonste monumenten van Berlijn (….), de enig overgeblevene onder de Berlijnsche poorten die waarlijk wel verdiende, bij de groote sloping te worden gespaard. De architect Langhans, die haar bouwde, moge niet tot de grootste sterren in zijn vak gehoord hebben; doch door de bescheiden trouw waarmee hij zich aan zijn Grieks model hield, volbracht hij grooter daad dan menig ander, die de schoonheid zijner werken opoffert aan de zucht om oorspronkelijk te zijn”. Say no more. 

IMG_7545IMG_7428

De Brandeburger Tor, in 1788 gebouwd om de geslaagde veldtocht van koning Frederik Willem II naar Nederland  te herdenken, doorstond alle ruige gebeurtenissen die Berlijn overkwam. Voor het grootste deel. Want kijk eens bovenop de beroemde stadspoort. De fameuze zegewagen (ook wel quadriga  genaamd) is een trekpleister an sich. “Ziet toch op uw gemak dat heerlijk vierspan aan (….) van zoveel kanten als gij het maar in ‘t gezicht kunt krijgen.” 

Napoleon nam de quadriga mee naar Parijs na zijn zegen op het Pruisische leger in 1808. Zes jaar later, na het echec bij Waterloo, brachten de overwinnaars het kunstwerk terug naar Berlijn. “In den nacht van de feestelijke intocht zette men het kunstwerk weder op zijn oude plaats, maar thans naar de stad toegewend, terwijl het vroeger omgekeerd gestaan had,; en gelijk de uitstekendsten onder zijne terughalers, was het thans met het IJzeren Kruis gedecoreerd. Op het oogenblik dat de koning, Frederik Wilhelm III, onder de poort doorreed, zonk de sluier die het beeld omhulde; en het luid gejuich der bevolking gold niet minder de heroverde Victorie dan de jongere en oudere helden die met (…) liederen op hun lippen en eikenkransen op hun bajonetten, den dankbaren welkomstgroet aanvaardden. Sedert is zij als het ware het palladium van Berlijn.” 

IMG_7486

Geertruida woonde in Berlijn toen de stad een metamorfose onderging. Midden in het tijdperk van industrialisatie. Vanuit het kleine reuzenrad bij de Neptunbrunnen overzie ik de omgeving. Carelsen schrijft: “weldra heeft men de Marienkirche voor zich, en daarnaast een oud pleintje…..juist zoo iets als men bezig is te zoeken. De zwartgerookte e bouwvallige huizen met hun spits donkerrode daken steken zonderling af tegen de nieuwe omgeving; en de dwarsbalk dakvenstertjes kijken een mensch aan als half open ogen - een prachtig staaltje van een verleden dat p het punt is van te verdwijnen. Het heel boeltje draagt de blijken van niet langer onderhouden te worden  omdat het toch elders zal worden opgeruimd.”

IMG_7499IMG_7489

En dat gebeurde ook. Wie het stukje Berlijn nu overziet, de Marienkirche, de Spandauerstrasse, vind niets meer van dit oude, toen al vervallen deel van de stad. Tientallen jaren voor de vernietigende bombardementen van de Tweede Wereldoorlog was het al weggeruimd. Om me sowieso nog een beetje te kunnen oriënteren op Geertruida’s beschrijving van de straten en gebouwen van het oude Berlijn, heb ik de hulp nodig van de stadsplattegrond uit de Badaeker reisgids uit 1911. 

Over de Alexanderplatz schrijft ze: “tijdens den Ouden Frits (Frederik III) nog een zandig exercitieveld (….). Nu met zijn boven alles uitstekend station, en over alles heengeslagen viaduct, is karakteristiek modern geworden en tintelt van grootschheid”. Ik sta voor de zoveelste keer op de Alexanderplatz, om elke keer sterker de behoefte te voelen dit tochtige plein na een blik op de oneindig hoge tv toren zo snel mogelijk te verlaten. Sorry Geertruida, not my taste. 

IMG_7714

Ik wandel naar een ander landmark: de Dom van Berlijn. Dit exemplaar werd enkele jaren gebouwd na het verschijnen van Geertruida’s reisgids. Misschien had de Duitse keizer haar boek gelezen. Want over het exemplaar dat er voorheen stond schreef ze: “Zij is alles behalve mooi. De Dom zelf, de koepelnamelijk, schikt nogal, maar die staat op eene veel te lage kerk. De muren en de stoepen en de deuren en de met enkele boomen begroeide pleintje er naast, zen er waarlijk niet uit zooals men zou verweten van den tempel, waar het Duitse keizerspaar officieel de godsdienstoefeningen bijwoont.” 

IMG_0741IMG_7455

Carelsen zou waarschijnlijk meer te spreken zijn geweest over de huidige Dom. Keizer Wilhelm II was dat zeker. Deze kerk had voor hem de juiste  grandeur om er begraven te willen worden. Maar de geschiedenis nam een andere wending. In 1918 vluchtte de vorst naar Nederland om nooit meer terug te keren. Hij moest het doen met een graf in de tuin van Huis Doorn.

Zoals zoveel landgenoten in die tijd was Geertruida onder de indruk van de macht en het vermogen van onze oosterburen. Met haar gids in de hand ga ik op zoek naar twee zogenaamde Siegessäule, monumenten voor gewonnen oorlogen in de negentiende eeuw.  "Zullen wij het den Duitschers kwalijk nemen, dat zij daarop, als natie, trotsch zijn? Begrijpen is vergeven.” 

De bekendste van de Siegessäule vind je ten westen van het centrum, in de Tiergarten. En, zou zij ze ook mooi hebben gevonden? Je raad het al.

IMG_7640IMG_7671IMG_7664

“Zullen wij ons dan verbazen dat het bedoelde monument,uit dien reusachtigen nationalen trots voortgekomen, bij ongeluk wat plomp is uitgevallen? Plomp is zij, die dikke hooge zuil, met haar. beteekenisvol, authentiek ornament, bestaande uit drie rijen vergulde kanonloopen, die in de verte aan drie rijen pennehouders met gouden pennen doen denken. En plomp is de vergulde Borussia, met plat uitgespreide rokken, minder in zwevende, dan wel in heel prozaïsch windvangende houding. Een rijk en trotsch stuk patriotisch werk is het, maar erg plomp. Het doet mij denken aan de ongracelijke liefhebberij van sommige dames, om haar hals tot een spaarpot te maken, door gouden en zilveren munten als broches te dragen: ook een plomp, onbevallig vertoon van bezit, een grove wild-achtige manier van doen.  Zelfs de bloemenversiering er omheen is plomp: een groote, dikke bloementaart, symmetrisch in driehoekige partjes verdeeld. Evenals rondom het beeld van koningin Louise zou een ietwat dieper gaande smaak aanstonds hebben ingezien, hoe misplaatst hier, meer dan ergens elders, een regelrecht aan Frankrijk ontleende wansmaak is!”

IMG_7658IMG_7653

Benieuwd of ik zo’n dikke bloementaart ook aantref bij de andere Siegessäule, op de Mehringplatz, ten zuiden van wat we nu kennen als Checkpoint Charlie. Vroeger heette dit plein Belle Alliance Platz. Geertruida schrijft: "Doet de Leipziger Platz  denken aan een Londensch square van vijftig, zestig jaar geleden, de "Belle Alliance Platz" herinnert veel meer aan een Parijsch plein uit diezelfden tijd. (....) Gindsche slanke Victoria-in hare bescheidener afmetingen wèl zoo bevallig als hare jongere kolossaal-vergulde zuster op de Siegessäule -is opgericht ter herinnering aan de overwinning bij Belle-Alliance, zegge Waterloo. Vier marmergroepen brengen bij deze gelegenheid hulde aan de vier mogendheden die aan den veldslag deelnamen; en meer nog dan bij de tallooze aankondigingen van Van Houtens en Blookers cacao, van hollandsche oesters, hollandsch dons, haarlemsche bloembollen en zelfs weesper moppen, kan uw hollandsch hart warm worden bij de ontdekking, hoe Nederland hier waardig gerepresenteerd is door: een grimmigen leeuw, een sterkgespierden Batavier en een veelbelovend leerling-schutter uit die dagen”. 

IMG_7574

Niks van dat alles nu terug te vinden op het weinig zeggende, wat vervallen plein. Ook de zuil zelf, die nu overigens Friendenssaule wordt genoemd, is ontdaan van de ornamenten waarop Carelsen haar lofzang op ons land botvierde. 

Een van de meest fascinerende momenten uit de geschiedenis van Berlijn was de blokkade in 1948: het maakte vliegveld Tempelhof op slag een van de beroemdste luchthavens ooit. In Geertruida’s tijd nog geen vliegtuig te zien, maar wel andere manoeuvres:  “de eigenlijke bestemming van het,Tempelhofer Feld"is om voor exercitieveld te dienen; en zijn hoogste glorie beleeft het bij de vóór- en najaarsparades. Dan trekt half Berlijn er heen om te kijken; Het gansche garnizoen der hoofdstad is hier dan vereenigd. De morgenzon blinkt schitterend op de helmen van de kurassiers en de wind speelt lustig met de vaantjes der ulanen;en dat heeft alles een heel feestelijken aanblik. Toch, als de kanonnen u ratelend voorbijtrekken, denkt gij onwillekeurig aan den ernst van den werkelijken oorlog;en als die onafzienbare gelederen van ruiterij en voetvolk zich met mathematische nauwkeurigheid verdeelen en sluiten,dan maakt het u half trotsch en half ontroerd, dat dit geen poppen zijn maar individuen. Als eindelijk al het zwenken, al het vooruittrekken en terugtrekken ophoudt, en elk zijne vaste plaats schijnt gevonden te hebben, dan verschijnt de Keizer. (...)Nu gaat er een muzikale jubeltoon op uit die geëxerceerde menschenmassa; alle hoornblazers geven den toon aan (....) trommelslag slavoś en geweergekletter klinken onophoudelijk door elkander. (....). Uit de tot een muur opgedrongen reeks rijtuigen fladderen tal van witte zakdoeken den strijders in dit modern tornooi een groet toe.”

IMG_7382

Jaren terug vloog ik op tien kilometer hoogte langs de stad. Wat ooit exercitieterrein en later vliegveld was kun je niet missen als je uit het raampje kijkt. Geen parades van rijtuigen of vliegtuigen meer, er wordt nu geracet op het terrein, met elektrische auto’s.

Berlijn is in de 130 jaar na Geertruida’s boek natuurlijk enorm uitgebreid. Het duurt een tijdje voor het centrum en de wijken verdwijnen uit het zicht achter het vliegtuigraampje. Carelsen was getuige van een tijd waarin de stad flink begon te groeien. 

IMG_7307

“Kort vóór 1870 waren de stadswallen weggeruimd; en toen dus, na den oorlog, het aantal Berlijners zich zóó sterk vermeerderde dat het weldra tot,woningnood" kwam, waren stad en voorsteden reeds één. Zoo hebben deze zich naar rechts en links, of liever naar alle windstreken, ontwikkeld.Plaats was er genoeg, in het land van Barnim zoowel als in het land van Teltow. Waar vroeger niets dan onontgonnen heidevelden waren, werden breede straten aangelegd en verrezen hooge huizen; en in die huizen winkels; en daartusschen scholen en kerken en alle soorten van stedelijke instellingen; (….) Gelijk bij alle groote steden het geval is, zoo pakt Berlijn de naaste dorpen langzamerhand onder zijne vleugels. (….) Op menig zanderig terrein, waarvan het vroeger heette dat er niets wou groeien, worden thans, nu er straten zijn aangelegd, boomen geplant, - en die groeien, heel gehoorzaam.”

IMG_7517

En zo is het ook met de stadsgeschiedenis: ze heeft een onbekende toekomst, waar we nu nog niets van weten, Thans worden gebeurtenissen voorbereid, die zich in haar straten zullen voltrekken, onvermijdelijk. Geertruida Carelsen overleed in 1938, aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog.  Ze heeft geen weet gehad van de toekomst die Berlijn nog te wachten stond in de bijna honderd jaar die volgden na haar dood. Geen weet van de dag dat ik zomaar uit een rij boeken haar vergeten reisgids viste. 

Foto’s

Jouw reactie