Piccola Roma

2 juni 2018 - Asmara, Eritrea

Nog geen jaar geleden werd het complete centrum van de hoofdstad tot werelderfgoed verklaard. Met slechts een handjevol toeristen per jaar kan het zo’n visitekaartje wel gebruiken. Ik heb besloten een kijkje te gaan nemen in deze stad met de mooie naam Asmara. Welkom in Eritrea, een land van 6 miljoen inwoners in de hoorn van Afrika.

Straatbeeld AsmaraKoffietijd

Even heb ik getwijfeld of ik zou gaan. Dat lag aan de  bijnaam voor dit land: ‘het Noord-Korea van Afrika’. Eritrea heeft een  totalitair regime, staat in de top van landen waar mensenrechten worden geschonden en is leverancier van tienduizenden vluchtelingen naar Europa. Eerlijk gezegd twijfelde ik niet om morele redenen, ik ga immers niet om het regime te bezichtigen. De twijfel was om mijn eigen veiligheid. Ons ministerie van Buitenlandse Zaken geeft een negatief reisadvies af voor het hele land. Wie wat preciezer kijkt ziet al gauw dat de regionale verschillen in de veiligheidssituatie groot zijn. Ga niet naar de grens met Ethiopië, daar heerst het adagium 'eerst schieten dan praten’. Asmara daarentegen mag op alle fora de veiligste hoofdstad van Afrika heten. En zo voelt het ook, kan ik nu bevestigen.

Harnet AveBank of Eritrea

Het centrum van de stad heeft haar titel werelderfgoed te danken aan een unieke collectie gebouwen uit de twintigste eeuw. Fraaie staaltjes van modernistische architectuur. Wie anders dan de Italianen, uitvinders van de verfijnde smaak, kunnen hier debet aan zijn. Tussen 1889 en 1941 was Eritrea een Italiaanse kolonie. Het moederland, dat haar mannetje wilde staan tussen de Europese koloniale grootmogendheden, koos het centraal gelegen Asmara tot hoofdstad en pompte haar op tot het bloeiende hart van Italiaans Oost-Afrika.

Harnet avenue, de hoofdstraat met aan beide zijden een breed trottoir onder schaduwrijke bomen is een fijne plek om te zijn. Er is weinig verkeer. Alleen bij de bushaltes staan mensen op een kluitje. Verder is het rustig. Dit is het ideale gebied om cappuccino te nuttigen in een bar met gorgelende koffiemachine en een glimmende toog. Of een ijsje in een echte gelateria. Je waant je zo in Milaan of Rome. Asmara oogt meer als een mediterrane stad dan een Afrikaanse. In de tijd van 'Il Duce' werd deze straat omgedoopt tot Viale Mussolini. Dit waren de hoogtijdagen van Asmara. De stad groeide naar 120.000 inwoners, waarvan de helft Europeaan. Er werden 1000 nieuwe gebouwen neergezet, waarvan tien bioscopen. Met 50.000 auto’s had de stad meer stoplichten dan Rome.

Cinema RomaTagliero

De erfenis van die tijd maakt het centrum van Asmara tot een waar openluchtmuseum. Neem de Cinema Impero, gebouwd in Artdeco stijl, of het futuristische Tagliero benzinestation. Echt het bekijken waard. Veel gebouwen zijn aan onderhoud toe. Het geeft ze de uitstraling van vergane hoogtijdagen.

De mensen in de stad zijn welgemanierd. Geen gedrang of geschreeuw. Heel anders dan het gekrioel in menig Afrikaanse stad. Vriendelijk als je iets vraagt. Veel mensen spreken een buitenlandse taal. Meestal is dat Engels, maar ook het Italiaans wordt nog gebezigd. Ik spreek hoog opgeleide mensen die weten wat er gaande is in de wereld. Ondanks het totalitaire regime, hebben Eritreeërs vrije toegang tot internationale media.

Zo op het eerste oog zie je een relatief welvarende samenleving. Wie iets beter kijkt ziet dat er ook veel armoede is. De voedselprijzen liggen hoog. Ongeveer op Nederlands niveau, terwijl het gemiddelde inkomen 40 keer lager ligt dan bij ons. Eritrea is een arm land. Ondanks een grote rijkdom aan natuurlijke hulpbronnen en twee havens aan de Rode Zee.

Markt Asmara 2Italiaans kerkhof

Om die logica te begrijpen maak ik een rondgang langs een andere serie bezienswaardigheden in Asmara: de kerkhoven. Echt een juweeltje is het Italiaanse kerkhof aan de rand van de stad. De graven zijn ware bouwwerkjes. Familiegraven waar duidelijk niemand meer naar omkijkt, op een enkel mooi schoongemaakt exemplaar na.  Midden op het overwoekerde kerkhof liggen de graven van gevallen militairen. ‘Caduto eroicamente’: heldhaftig gevallen. Bijeen gelegd onder rijen witte stenen. Hetzelfde beeld op het geallieerde kerkhof even buiten Asmara. Allemaal jongens van in de twintig, gesneuveld in het voorjaar van 1941. Eritrea was het allereerste gebied dat door de geallieerden op de as-mogendheden werd veroverd. Maar liefst drie jaar voor D-day en zelfs nog voor de aanval op Pearl Harbor.
Edward Ellsberg, hoofd van de bergingsoperatie in de haven van Massawa waar de Italianen verschillende schepen hadden laten zinken, prees de inzet van de Eritreeërs bij het bergingswerk. Hij zei dat hun bijdrage zeker op het netvlies van de VN zou staan als ze op een dag moesten beslissen over de toekomst van het land. Maar een kleine 10 jaar later, toen het vraagstuk voorlag in de VN, bepaalden heel andere belangen het lot van Eritrea.

Italiaans oorlogskerkhofEritrees oorlogskerkhof

Op een terras aan de voormalige Viale Mussolini, met een kop echte Italiaanse koffie voor me word ik aangesproken door een man van tegen de zeventig. Hij geeft me zijn zienswijze op de huidige politieke en economische toestand van Eritrea. “Het is de schuld van de Amerikanen”. Na de oorlog steunden zij hun trouwe bondgenoot Ethiopië door Eritrea onderdeel uit te maken van de federale staat Ethiopië. Ondanks het pleidooi van de Eritreeërs voor een eigen onafhankelijke staat. De politieke analyse van deze man klopt. De VS waren bezorgd over het oprukkende communisme in het noordoosten van Afrika en zagen in Ethiopië een verzekering om dat gevaar tegen te gaan.

Ethiopië maakte gretig gebruik van haar grote beschermheer. Tijdens het bewind van keizer Haile Selassi hief Ethiopië de federale staat op en maakte Eritrea tot provincie van het land. De gevolgen zie je op nog een ander kerkhof in Asmara: het oorlogskerkhof van gevallen Eritrese militairen. Weer dat beeld van lange rijen witte gedenkstenen in strakke symmetrie opgesteld. 30 jaar duurde de oorlog tussen beide landen. Op Wikipedia vind je een opsomming van alle bloedbaden tijdens het conflict. Hele dorpen werden uitgemoord. In 1991 wisten de Eritreeërs Asmara te veroveren op de Ethiopiërs. De onafhankelijkheid van het land was een feit. Een broos evenwicht want de Ethiopiërs waren hun toegang tot de zee kwijt. Dat maakte hun verlies erg gevoelig. Eind jaren negentig brak door een grensconflict opnieuw oorlog uit tussen de twee landen. Twee jaar later stond de teller op 70.000 doden. De strijd was definitief beslecht, maar het land lag na decennia van vechten in puin.

Tank cemeteryTank cemetery 2

Een indruk van de omvang van deze oorlogen zie ik op het laatste kerkhof dat ik bezoek. Ik heb er een speciaal permit voor nodig van het ministerie van toerisme, dat nauw wordt gecontroleerd bij de ingang. Elke bezoeker omschrijft deze plek als een bizar oord. Hier liggen geen mensen, maar militaire voertuigen. Honderden wrakken. Opgestapeld, door elkaar gesmeten, weggeroest. Stapels oude hulzen van tankgranaten, een vliegtuigtrap, tankauto's. Verzameld op een enorm terrein aan de rand van de stad. Dit ‘tank-cemetery’ is verworden tot een officiële bezienswaardigheid.

In deze toestand na de onafhankelijkheid trok president Isaias Afewerki van het Eritrees Volksbevrijdingsfront de macht naar zich toe om het in een wurggreep vast te houden en met niets of niemand meer te delen. Tot de dag van vandaag.
Om het land weer op te bouwen en grip op de bevolking te houden werd een dienstplicht van 18 maanden voor alle mannen en vrouwen ingevoerd. Die 18 maanden gelden in theorie. Want schijnbaar willekeurig wordt de diensttijd soms oneindig verlengd, tot vele jaren. Tegen een maandloon van tien dollar. Daar kun je een amper een dag van leven. De internationale pers noemt het een vorm van moderne slavernij. Protesteer niet tegen je lange dienstplicht, je mag enkele reis de bak in. Zie hier de verklaring voor de vluchtelingenstroom het land uit. Een levensgevaarlijke tocht naar Europa. In Nederland wonen ondertussen duizenden Eritrese vluchtelingen. Het regime in het land zegt "logisch, jullie geven iedereen die aanklopt zonder meer asiel, ze vluchten voor het geld". Rapporten over marteling en onderdrukking worden gepubliceerd en tegengesproken. Moeilijk je een goed beeld te vormen van de mensenrechten in een land waar de regering geen pottenkijkers toelaat. De scherpe tegenstelling tussen voor-en tegenstanders van het regime is tot in Nederland te merken. Vorig jaar nog dreigde een confrontatie tussen de twee groepen bij een conferentie in Veldhoven.

Bar DurfoBar Durfo 1

Als westerse reiziger in Eritrea merk je weinig van dat alles. Los van de gedegen controles word je met rust gelaten. Ik drink een kop thee in een modern ogend cafeetje in de binnenstad van Asmara. Plotseling barst er een gigantische regenbui los. In no time veranderen de straten in snelstromende rivieren. Vanuit het café zie ik hoe een man luid lachend zijn vriend op de nek tilt en naar de overkant van de straat draagt. “Eindelijk is de regen gekomen”, zegt Tsegay, een man van rond de dertig met wie ik een praatje maak. “De mensen hebben de regen hard nodig, we zijn voor het grootste deel van de landbouw afhankelijk”, vertelt hij. Dat klopt, buiten Asmara, en andere kleinere steden is het land voornamelijk traditioneel agrarisch. Tachtig procent van de beroepsbevolking werkt in de landbouw. Een kilometer of 10 buiten Asmara ligt het dorp Bar Durfo. Mooi gelegen in een dor berglandschap. Hier zie je het traditionele leven op het Eritrese platteland. Paarden, dromedarissen en ezels als lastdier, gewassen op terrassen langs de bergen, huizen van stro en leem, in het dorp verbonden door zandpaden.  

Bar Durfo 2Bar Durfo 3

Terug in Asmara valt me op dat ondanks het regime mensen niet bang lijken met me te spreken over de politieke situatie in hun land. Een beetje gelaten vertellen ze dat er gelukkig geen oorlog meer is, maar dat het economisch niet goed gaat. “No breakfast”, zegt de beheerder van een van de vele kerken die de stad rijk is.  Over Nederland is iedereen eensluidend: “a free country”, hoor ik steeds weer. Met een blik van “jij hebt geluk”.

Free Eritrea27e onafhankelijkheidsdag

Het oude centrum van Asmara met haar grandeur aan gebouwen is een klein Rome. Het herinnert aan Mussolini’s streven een nieuw Romeins rijk te vestigen. Daar kwam niets van terecht. Ook de Ethiopische expansiezucht is om zeep geholpen. Een paar dagen na mijn terugkeer maakt buurman Ethiopië bekend dat het bereid is het grensgeschil met Eritrea definitief te beëindigen. Misschien het begin van een betere relatie. Eritrea, dat pas haar 27e Onafhankelijkheidsdag heeft gevierd mag vrij zijn van buitenlandse overheersers. Het is nog verre van een vrij land.

kidsschool

Foto’s