Laibach

30 september 2016 - Ljubljana, Slovenië

Voor een geograaf is een landkaart geliefd referentiemateriaal. Ik heb vele kaarten. Eentje is een mooi gekleurd exemplaar van Oostenrijk uit 1937. Van het beroemde kaartenhuis Freytag & Berndt. Niet alleen de Oostenrijkse steden en dorpen, ook alle plaatsen in het  omliggend gebied hebben Duitse namen: Brunn voor Brno in Tsjechië, Agram voor Zagreb. Laibach is de naam voor de Sloveense hoofdstad Ljubljana, waar ik nu ben voor een kort bezoek. Ljubljana betekent zoiets als 'de lieflijke'. Spellen laat ze zich niet zo gemakkelijk. Het duurt even voor ik de 'l' en de 'j' foutloos in de goede volgorde weet op te schrijven. De Italianen maakten het simpeler. Ze noemden de stad Lubiana.

LjubljanaLjubljana

Laibach klinkt als de naam voor een vriendelijk Oostenrijks dorpje aan een ruisende beek. De dorpen rond het vliegveld, zoals Brnik, ogen inderdaad zo. Maar ook de stad Ljubljana zelf heeft de air van een frisse, vrolijke, lieflijke  middelgrote Oostenrijkse stad.  Het heeft evenveel inwoners als het Nederlandse  Eindhoven. Nu ik rondloop door de stad begrijp ik meer van de drang van Slovenen destijds naar een weg uit de Joegoslavische staat. In 1991 was het zover. Het kostte Slovenië 10 dagen en wat schermutselingen om los te komen van het door de Serviërs gedomineerde moederland. Duitsland en Oostenrijk stonden in de rij om de nieuwe staat in hun achtertuin te erkennen. Dat deden ze ook, nog voordat de EU er iets van kon vinden. Historische geografische banden zijn hardnekkig. De geopolitieke kaart van Europa was de basis voor een bloedig conflict in de rest van Joegoslavië. Menig historicus vraagt zich af of het allemaal niet te vermijden was geweest. Of het federale Joegoslavië niet bijeengehouden had kunnen worden. Het was niet zo. Voor de Slovenen geen twijfel, onafhankelijkheid is wat zij wilden en kregen. Net als de Baltische Staten lag het lidmaatschap van de EU al gauw in het verschiet, en dat van de NAVO. De invoering van de euro werd de kers op de taart van integratie in Europa. Weinig in het centrum van Ljubljana herinnert nog aan de Joegoslavische tijd. Stap voor stap is de binnenstad gemoderniseerd. Of liever, geëuropeaniseerd. Historische gebouwen en pleinen hebben een accent gekregen. Ze zijn opgelicht door restauratie, kleur en de aanliggende bestrating. De Oostenrijkse uitstraling is deels te danken aan een grote aardbeving die in 1895 een flink deel van de stad plat legde. De herbouw werd als kans gezien om de boel te moderniseren, in Weense stijl.

Ljubljana kasteelLjubljana foodmarkt

Boven de binnenstad toornt het kasteel uit. Een gloednieuwe tandradbaan brengt je er in een paar minuten naartoe. Van boven zie je pas goed hoe kleurrijk en fris Ljubljana oogt. Jeugdig en fris. Precies als haar inwoners. Op het plein onder het kasteel is een drukbezocht food festival gaande. Het is er vol met hippe jongeren en jonge stellen met kinderen. Ontspannen wandelen ze langs de kraampjes met gerechten van over de hele wereld. Gefascineerd stoppen ze bij de ijskraam. Daar schaaft de ijsmaker  een mengsel van bramen en melk op een vrieskoude plaat zorgvuldig bijeen tot mooie rolletjes. Een foto met het mobieltje, voor een appje naar vrienden.

Dit heet een Slavisch land te zijn, maar het voelt allemaal hartstikke West-Europees. En dat is precies wat Slovenië lijkt te willen. Het museum van de stad Ljubljana toont de gang door de geschiedenis die deze natie heeft gemaakt. Aan de hand van paspoorten onder glazen koepeltjes. Het begint met de exemplaren van overheersers: Oostenrijk, Italië, Duitsland. Gevolgd door een exemplaar van Joegoslavië. Daarna eentje van het onafhankelijk Slovenië. Tot slot als een bekroning het laatste 'Potni list': een document uit 2001 met rode kaft.  De paspoortkleur van de Europese Unie.

PaspoortLjubljana nationaal museum

De Slovenen hebben hun bestemming bereikt. Laibach is nog zo'n gekke naam niet voor de hoofdstad.