Afvoerputje

1 oktober 2016 - Tirana, Albanië

Kijk eens naar de kaart van Europa. En dan naar die van de Europese Unie. De twee overlappen elkaar bijna, behalve in het zuidoosten. Daar ligt de Balkan. Eeuwenlang was het betwist gebied tussen grootmachten in en rond Europa. Vandaag is het betwist gebied tussen voor en tegenstanders van verdere uitbreiding van de Unie. Slovenië en Kroatië hebben het gered, Servië heeft het tot kandidaat lid geschopt. Maar Bosnië, Montenegro, Kosovo? Nee,voorlopig niet. Net als Albanië waar ik nu ben.

TiranaTirana

Je kunt niet zeggen dat Albanië geen Europa is. Kijk maar eens rond in het centrum Tirana. Al een eind op weg naar een gewone moderne Europese stad. De architectuur, de winkels, pleinen en parken, het ligt er aangenaam en goed verzorgd bij. Aan de andere kant is Tirana nog de stad van weleer. Oude vrouwen met hoofddoek verkopen fruit en stoffen op de hoek van de straat. Precies als de taferelen op de schilderijen van de Albanese schilder Gani Strazimiri uit de jaren dertig van de vorige eeuw. Toen was Albanië nog maar net onder het juk van het Ottomaans rijk uit. En ja, je ziet nog steeds de resten van wat ooit typisch communistische architectuur was in groteske overheidsgebouwen en afgebladderde eentonige flats. Maar de stad oogt ook levendig, jong, van deze tijd.

Tirana fruitverkopersschilderij Gani Strazimiri

Het uitzicht vanaf de klokkentoren is mooi. Ik overzie het grote  Skanderbeg plein, midden in Tirana. Er wordt volop gewerkt aan nieuwe bestrating. Florestino di Fausti, een Italiaanse architect, zette het plein in de jaren dertig van de vorige eeuw vol met pompeuze overheidsgebouwen in neorenaissance stijl. Albanië was toen een Italiaans protectoraat, een invloed die  nooit helemaal verdwenen is. Je ziet in de stad veel reclameborden en etalages met Italiaanse teksten. De uitbater van mijn hotel spreekt geen Engels, maar gelukkig kan ik met zijn dochter in gebroken Italiaans babbelen.

Skanderbeg pleingebouwen Di Fausto

Onder aan de klokkentoren staat het enige echt oude gebouw in de stad: de Et’hem Bey moskee, uit het begin van de negentiende eeuw. In 1967 werd de moskee op last van de overheid gesloten. Het was de tijd waarin Enver Hoxha alle religies verbood en Albanië uitriep tot een atheïstische staat. Maar, toen in 1991 de moskee ondanks het verbod toch open ging en duizenden gelovigen zich in en rond het gebouw verzamelden, greep de politie niet in. Het was het einde van de atheïstische staat en het tijdperk Hoxha.

Aan de overkant van het plein staat het Nationaal Historisch museum. Ga daar maar eens binnenkijken als je nog op zoek bent naar de communistische sfeer van weleer. Gigantische zalen, een klassieke honingraat parketvloer en nog steeds in elke zaal een stoel voor een zaalwacht, al zit er niemand meer op. De tijd van verborgen werkeloosheid is voorbij. De Albaniërs hebben in 1992 hard afgerekend met de communistische tijd. In het museum veel aandacht voor de onderdrukking tijdens het bewind van de gehate Enver Hoxha. Zijn mausoleum, een reusachtige piramide van glas en staal ligt er, wat verderop in het centrum, afgebladderd en verroest bij. En dat is natuurlijk een bewuste daad van het huidige stadsbestuur.

Mausoleum Enver Hoxha

Albanië heeft nog een lange economische weg te gaan. Het is een van de armste landen van Europa. Hofleverancier van economische vluchtelingen naar de rest van Europa. Die overigens bijna allemaal terug worden gestuurd. Langs de Bulevardi Deshmoret e Kombit, een brede boulevard naar het gigantische Moeder Theresa plein, is een grote demonstratie aan de gang. De weg is aan twee kanten afgezet. Er is veel politie op de been. Ik kan niet lezen wat er op de spandoeken staat, of waar het geroep door de megafoon over gaat. Pas later, terug in mijn hotel, zie ik de nieuwsberichten.

demonstratieschilderij Petro Kokushta

De Albanese regering heeft een wet aangenomen die de import van afval uit andere landen mogelijk maakt. Dat afval, vooral uit de rest van Europa, zal hier gerecycled gaan worden. Albanië wil die rest van Europa gunstig stemmen, in de hoop zo het lidmaatschap van de Europese Unie dichterbij te brengen. Maar veel Albanezen zijn bang voor vervuiling van hun land. Albanië heeft al de grootste moeite de binnenlandse afvalverwerking geregeld te krijgen, met alle milieuschade van dien. Zij willen niet ook nog de afvalverwerker van Europa zijn. Wat een contrast met de verheerlijking van de industrialisatie tijdens het communistische tijdperk. Het nationale museum voor moderne kunst hangt vol schilderkunst van het Socialistisch Realisme: arbeiders met opgerolde mouwen kijken vastberaden in de verte. De achtergrond is een landschap van dampende fabrieken.

Nee, de Albanezen willen heel graag in de Europese Unie, maar niet als het afvoerputje van het continent. En daar mogen ze tegen protesteren. Dat kan vandaag de dag zonder het leven te wagen. Die stap is al gezet.