Stadsharing

25 augustus 2021 - Skanör, Zweden

Mijn oorspronkelijke motief om naar het zuiden van Zweden te gaan, ligt op een paar honderd meter van mijn huis. Daar, in de stad 's-Hertogenbosch, staat een oud pand met op de gevelsteen een vis en de naam 'inde gulde stur' (steur). Het 17e eeuwse pand staat in de Visstraat, vlakbij de Breede Haven. Niet bepaald het beeld van een haven, het oogt eerder als een doodlopende gracht. Toch was het hier in de 14e en 15e eeuw een drukte van jewelste.

IMG-4616IMG-4620

Al kan mijn thuisstad niet tippen aan koning Amsterdam, of andere steden die tijdens de handelsimperiums van de Hanze of de VOC een belangrijke stapelplaats waren. 's-Hertogenbosch was lang de tweede stad van ons land en een belangrijk overslagpunt voor van alles. Zeker ook vis, vooral haring. Die werd onder andere naar Keulen en Vlaanderen vervoerd. Haring was in die tijd een belangrijke bron voor broodnodige eiwitten. De beste visgronden lagen in Scandinavië. Haring was de grondslag onder de zogenaamde Ommelandvaart: met een boog om Jutland heen de Oostzee op om de netten uit de Kogge te gooien. Ons land had een hele vloot van haringvissers die in de Oostzee zorgde voor de vangst van het veelgevraagde en relatief goedkope product. Om preciezer te zijn, de steden in ons land hadden elk hun eigen haringbusiness. Die haring ging niet zoals nu vers op ijs naar de afnemers toe. Ze werd geconserveerd in zout. Ingepekeld. Om vervolgens in tonnetjes gepakt en verscheept te worden. Dat verwerken moest zo kort mogelijk na de vangst plaatsvinden wilde de boel eetbaar het vaderland bereiken. En dus zo dicht mogelijk bij het vangstgebied. Aanvankelijk werd de vis uitsluitend verhandeld op een grote jaarmarkt op het schiereiland Skanör.

6_20_20dsc00052_20nr2.jpg(mediaclass-fancybox-big-img.5a17fc1f47109709397ae88813c748b421ef8e41)P1230936

De Deense koning, die toen nog heer en meester was in dit gebied, zag de internationale vishandel graag komen. Elke stad die daar vriendelijk om vroeg en ervoor betaalde, kreeg een stukje grond op het schiereiland om de vis zelf te verwerken, te verhandelen en te verschepen. Vitte's heetten die handelsposten. Nederland was prominent vertegenwoordigd. Niet alleen de steden aan de Zuiderzee zoals Kampen en Elburg hadden een plek, ook minder bekende zeegaande steden zoals Nijmegen, Maastricht en dus ook mijn thuisstad ´s-Hertogenbosch. Toch leuk als je kunt zeggen dat je eigen stad ooit een handelspost in den vreemde had.

IMG-4430

Ik vraag me al lange tijd af of de plaats waar de zogenaamde Vitte lag nog te vinden is. Die vraag is het begin van een mooie speurtocht. Ik ontdek al snel dat ik in Zweden moet zijn, op het schiereiland Skanör in het uiterste zuidwesten van het land. Schonen noemden we het in het Nederlands. Maar da's nog steeds een flink gebied om in te zoeken. Zoals ik eerder heb gedaan bij onderzoek naar de Nederlandse handel op Spitsbergen in de 20e eeuw, of naar de stamboom van geograaf Johannes de Laet, wend ik mij tot het instituut voor geschiedenis van de universiteit van Leiden. Daar kom ik in contact met Prof. Dr. Louis Sicking, gespecialiseerd in de maritieme geschiedenis van ons land. Hij verwijst me naar een artikel van zijn hand in de 'Hansische Geschichtsblätter'. De vermoedelijke locatie van de vitte van Den Bosch is daar op kaart ingetekend. Naast die van Elburg.

Vitten_Skanor

Helemaal zeker is het allemaal niet, de plaatsaanduidingen van de Vittes zijn destijds niet allemaal op kaart ingetekend maar in tekst omschreven, vaak in posities ten opzichte van elkaar. En dan nog, een blik op de luchtfoto via Google Maps maakt meteen duidelijk dat er 'on site' niks meer te zien is. 

P1230931P1230882P1230881

Het is een mooie, zonnige dag op het schiereiland en het is stil op het kleine marktplein van het dorpje Skanör. Als eerste stap ik naar de mooie St Olafskerk. Deze voor een dorp als dit oversized kerk heeft zijn omvang te danken aan de rijkdom en drukte die de haringhandel met zich meebracht. Het oudste deel van de kerk stamt uit de tweede helft van de 14e eeuw. Hier zijn de Bossche handelslieden zeker geweest om hun gebedjes op te zeggen. Vlakbij de kerk liggen de resten van een burcht uit de 13e eeuw. Een belangrijk punt in mijn zoektocht, want uit het kaartmateriaal van Louis weet ik dat de Bossche Vitte vermoedelijk in het veld ten westen van de burcht lag. Die burcht werd door de Deense koning gebouwd om de haringhandel te beschermen. 

P1230928P1230886P1230899

Van het bouwwerk zelf is weinig over. Een heuvel, de gracht eromheen en wat resten van de fundamenten. Maar ook hier sta ik op een plek waar menig handelaar moet hebben rondgescharreld. Nu scharrelen er alleen schapen. Ik wandel de heuvel af de velden in richting de zee. Vermoedelijk loop ik door het veld waar mijn stadsgenoten 700 jaar geleden hun vis prepareerden en verpakten om deze te laten vervoeren naar de Bossche haven. Dat is toch een apart gevoel. Dit hele gebied is nu een vogelrijk wetland.

P1230917P1230909

Het zal een drukke bedoening zijn geweest in al die handelsnederzettingen. Om de boel gaande te houden stelde het stadsbestuur van elke afzonderlijke stad een zogenaamde voogd aan. Dat was iemand die de stad formeel vertegenwoordigde en die toezag  op het reilen en zeilen in de eigen Vitte. Binnen de grenzen van de handelspost, die vaak met palen was afgebakend, gold het recht van de betreffende stad. De Vittes waren onderverdeeld in veldjes met huizen, werkplaatsen, een kroeg of kerk. Kampen was de belangrijkste Nederlandse partij op Schonen. De stad had de grootste vissersvloot en de grootste handelspost. De Vittes van de 'big guys' als Lübeck en Rostock, konden tot wel 10 hectare in oppervlakte zijn. Die van ´s-Hertogenbosch was in verhouding maar klein, misschien een of twee hectare. Toch zijn er 150 jaar lang, tot eind vijftiende eeuw, Bossche handelaren aan de slag geweest op Schonen. Vanaf die tijd verschoof de haringvisserij naar de Noordzee. 

P1230940P1230919

Wie goed speurt, ziet dat iets van de oude structuren rondom de handelsnederzettingen nog te vinden is. Het riviertje dat van oost naar west door Skanör loopt en destijds een belangrijke begrenzing was, kronkelt nog steeds door het dorp. Net als de oude weg langs het Vitteveld die nu onderdeel is van het belangrijkste lange afstandswandelpad door de provincie Skåne: de Skåneleden.
Op dat pad, dat richting de kust loopt zie ik een wandelaar gaan die me doet denken aan een marskramer van weleer. Dichterbij het beeld van de oude handelsnederzettingen kan ik niet komen. 

P1230948

En is er in 's-Hertogenbosch nog wat anders dan straatnamen te vinden dat verwijst naar de handel op het Zweedse schiereiland? Niet echt. Hoewel, ik heb ondertussen een paar woordjes Zweeds geleerd. Weet je hoe je 'tot ziens' zegt? "Hej då". Dat verstaan ze in Brabant perfect. Houdoe klinkt bijna hetzelfde. En laat nou de herkomst van het woord houdoe nog volop in discussie zijn. Taalkundige Wim Daniels heeft er een hele studie naar gedaan. Al is het niet waarschijnlijk, het zou wel een mooie gedachte zijn  dat in de haven van 's-Hertogenbosch niet alleen vis uit Skåne, maar ook een Zweeds woord de kade op werd gebracht.

Foto’s