Spaken

10 mei 2018 - Spakenburg, Nederland

Ik heb Nederland pas laat leren kennen. Als jonge geograaf liet ik de Marco Polo in mij zegenvieren. Ik zag de eilanden van Indonesie lang voordat ik een voet op een waddeneiland zette, de ruines van het koninkrijk Sheba in Jemen voordat ik oog in oog met een hunebed stond. Pas jaren nadat ik door de Verboden Stad in Peking liep maakte ik mijn eerste gang over het Haagse Binnenhof. Later ging het beter. De Afsluitdijk won het van de Chinese Muur. En de Tafelberg bij Blaricum heb ik ondertussen ook kunnen afvinken, al is het vele jaren na zijn tegenhanger bij Kaapstad. 

Recent kreeg ik een reisgids uit de reeks van Capitool cadeau. Daarin worden markante plekken in Nederland vergeleken met tegenhangers elders in de wereld. Het las als een examenuitslag. Gelukkig dacht ik, ik heb gelopen door het Verdronken land van Saeftinghe, al was het opnieuw lang nadat ik de tegenhanger, de Everglades in Florida, doorkruisde. Met de scheve toren van Acquoy zit het goed. Die zag ik echt lang voordat ik in Pisa was. Oei, wie heeft bedacht die fietsbrug over de Waal te vergelijken met de Golden Gate Bridge? Dat gaat me een retourtje Nijmegen kosten.

Huis ten Bosch Japan Huis ten Bosch Japan

Vandaag maak ik weer iets goed in eigen land. Ik wandel Spakenburg binnen. Bijna 10 jaar geleden was ik in het themapark Huis ten Bosch bij Nagasaki in Japan. Dat land zelf gaf al een lichte cultuurschok, maar het park was niets minder dan een hallucinerende ervaring. De Dom van Utrecht op ware grootte vlak bij het stadhuis van Gouda, het Paleis op de Dam en de Sneeker Waterpoort. Grachten, ophaalbruggen en stroopwafeltenten maakten het gebeuren compleet. In Japan. Om gek van te worden. 
Gelukkig had ik bijna al die gebouwen al eens in eigen land gezien. Behalve dat rijtje huizen onder de geluidsboxen  waar ik in onvervalste draaiorgelklanken van "Mien waar is mijn  feestneus" kon genieten. Een bijzondere muziekkeuze voor het dorp aan de Zuiderzee met haar streng gelovige bevolking. Ik beloofde mezelf het orginele Nederlandse vissersdorp na thuiskomst snel te gaan bezoeken.

Spakenburg havenSpakenburg museum

De Japanners van het themapark hadden gelijk. Dit Zuiderzeestadje hoort in een oer Nederlands plaatje. Een vissersvloot in de oude  haven, gekleurde luiken voor de ramen, een carrilion dat de stilte doorbreekt. Vooral de kleine scheepswerf waar houten botters worden gerepareerd is een pareltje. Dat vonden ze in Japan ook, dus het hele ding werd in Huis ten Bosch op ware grootte gekopieerd. 

De Zuiderzee is allang afgedamd en ingepolderd. De vissers zijn nagenoeg volledig verdwenen.  Met financiele steun van de overheid kozen velen van hen een ander vak: banketbakker. Dagelijks rijdt nu een vloot gele wagens van bakkerij 'het Stoepje' het land in om op markten brood en banket aan de man te brengen. Een van de typische kenmerken van Spakenburg nu. Voormalige Zuiderzeestadjes vallen tegenwoordig ook op door hun succesvolle voetbalclubs en door hun drank- en drugsproblematiek. Brood, voetbal en drank zijn echter geen folklore om je mee te onderscheiden. Je vindt het overal. Net als in Japan willen toeristen in het Nederlandse Spakenburg getrakteerd worden op het beeld van een Hollands Zuiderzeedorp van weleer. Nou, dat krijgen ze. 

Spakenburg zonder water geen levenSpakenburg viskraam

Foto’s