Oog in oog

12 augustus 2018 - Rottumeroog, Nederland

Bij een onbewoond eiland denk je aan een verlaten wit strand, palmbomen en een azuurblauwe zee. Aan Robinson Crusoe, starend naar een lege horizon. Je denkt niet zo gauw aan één van de meest dichtbevolkte landen ter wereld. Toch; Nederland heeft er maar liefst 30. Je kent ze toch wel, Aardbeieneiland, Haringvreter of Hompelvoet? Toch niet? Nou, ik had er ook nooit van gehoord. Maar ze zijn er wel, in het Grevelingenmeer, het Eemmeer, het IJmeer, in de Friese Meren en andere bedijkte binnenwateren. Sommigen zijn min of meer natuurlijk ontstaan maar de meeste eilandjes zijn door mensen aangelegd. Als bescherming tegen de zee of tijdens inpoldering van nieuw land. Een geliefde plek voor vogels en dagrecreanten. 
Ik ken maar één onbewoond eiland in ons land dat ooit wel bewoond was: Rottumeroog. Een zandplaat in de Waddenzee die ver genoeg boven het water uitsteekt om permanente vestiging mogelijk te maken. Rottumeroog is het kleinste (2,5 km2) en meest oostelijk gelegen exemplaar van onze rij Waddeneilanden. Genoemd naar één van haar vroegste eigenaren: het klooster Juliana in het Groningse dorp Rottum. Het grootste deel van het eiland (of oog) was in de 14e eeuw in haar bezit.

P1170359P1170360

De MS Noordster vertrekt stipt op tijd uit de haven van Lauwersoog. Het motorschip uit 1927 begint aan  een tocht van drie uur om hemelsbreed 25 kilometer te overbruggen. Zigzaggend tuffen we door smalle geulen in de Waddenzee. Er zijn drie schippers aan boord om de klus te klaren. Geconcentreerd staan ze om de beurt aan het roer. Gids Mark van de SVRR, de Stichting Vrienden van Rottumeroog en Rottumerplaat streept de namen af op de passagierslijst. De 30 passagiers, de meesten van middelbare leeftijd, prijzen zich gelukkig: ze mogen onder de hoede van Staatsbosbeheer op expeditie naar dit weinig bezochte eiland. Precies 23 keer per jaar mag deze tocht worden uitgevoerd. Dat is bij wet bepaald. In no time zijn ze uitverkocht. Voor het overige is het kleine eiland verboden terrein, absoluut rustgebied voor de natuur. Slechts één vogelwacht mag er tijdelijk verblijven.

Dat was ooit anders. Tussen 1354 (en waarschijnlijk veel langer terug) en 1965 was Rottumeroog een bewoond eiland. In de middeleeuwen waren er twee nederzettingen en mogelijk een kapel. Kloosters hadden er land, kooplieden uit Groningen pakhuizen, een Ierse graaf kocht het hele eiland en ging er wonen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog waren er maar liefst 70 Duitse soldaten gelegerd. In de 18e eeuw kwam het in bezit van de provincie Groningen. Vanaf die tijd werd een strandvoogd aangesteld: opzichter en beheerder van het eiland. Zo iemand had, ondanks de eenzaamheid, een kleurrijk bestaan: hij was landbouwer, veldwachter, vuurtorenwachter, visser, strandvonder en redder van drenkelingen tegelijk. De laatste strandvoogd, het eiland was toen al in bezit van de Staat, was Jan Toxopeus. Hij verliet Rottumeroog voorgoed in 1965. Op YouTube (zoekterm Toxopeus Rottumeroog) vind je een prachtig portret van zijn afscheid.

P1170390P1170408

De MS Noordster legt aan in een stokkengeul dicht bij het eiland. Na drie kwartier wachten is het water genoeg gezakt om van boord te gaan. Ploeterend en verend door het dikke slik lopen we een kilometer over het wad naar het stand. Het ligt bezaaid met rode bakstenen die herinneren aan de vruchteloze pogingen het eiland te beschermen tegen de kracht van de zee. En dan sta je in ‘het bushokje’, een klein houten bouwwerkje waar mensen op een bankje kunnen zitten om wadschoenen te wisselen voor wandelschoenen. En wie nog mocht twijfelen of hij op het juiste eiland is aanbeland: Staatsbosbeheer heeft in het hokje een bord opgehangen: ‘Rottumeroog’

P1170421

Rechts van het hokje staat De Kaap, het grote gietijzeren zichtbaken uit 1885. Het meest markante object op het kleine eiland. Jaren terug zag ik het voor het eerst vanaf de veerboot van het Duitse waddeneiland Borkum onderweg naar de Eemshaven. Al sinds de middeleeuwen staan er op het eiland zichtbakens als navigatiemiddel voor schepen op weg naar de haven van Emden. Deze is het laatste overgebleven exemplaar. Het is in 1990 naar het vasteland gebracht voor restauratie en 9 jaar later nog eens verplaatst naar een nieuwe plek op het eiland, veilig tegen de aanvallen van de zee. Gids Mark maakt zich nu 20 jaar later weer zorgen over de houdbaarheid van het monument op deze plek: de zee komt opnieuw gevaarlijk dichtbij.

P1170434P1170460

Met Emo, vogelwachter van Staatsbosbeheer maken we een wandeling over het eiland. Het is zijn taak de staat van flora en fauna te monitoren. Bij de hut waar hij enkele weken verblijft, een groene iglo van kunststof, toont hij de spullen die hij op het strand heeft verzameld. Naast de bekende plastic troep van schepen valt me de schedel van een ree op. Af en toe slaagt er een in al wadlopend vanaf het vasteland het eiland te bereiken. Of een verdronken exemplaar spoelt aan.

Het brede strand aan de Noordzee-zijde is vooral heel leeg. De zuidwesten wind blaast het fijne zand naar de zee. Hier en daar heeft zich een miniatuur Grand Canyon gevormd. Achter de duinenrij ligt de kwelder: een groen en drassig gebied vol wilde planten. Zoals zeekraal, een eetbaar plantje dat zout smaakt. Vogelliefhebbers komen hier aan hun trekken: we zien lepelaars en bruine kiekendieven. Het gevoel van verlatenheid op dit eiland, waar het grootste deel van het jaar helemaal niemand is, maakt deze plek heel speciaal.

Mijn impressie van Rottumeroog is er een van velen. Ik heb in oude boeken en reisverslagen gezocht wat men in het verleden van het eiland vond. Een antiquariaat in het Groningse Bedum leverde mij een prachtig boekje over de geschiedenis van het 'Cleyn eilant Rottum' uit 1975.  Daarin geeft wadloper Schortinghuis een uitgebreide biografie van het kleine eiland, met veel foto's en kaarten. Ronduit komisch is het verhaal over de Ierse graaf Clancarty die het eiland in 1707 kocht: 'de graaf zou een harem hebben gehad, althans een overmaat van vrouwelijk schoon, een zwarte, een blonde en een rode, allemaal waddensex. Die harem zou in een werveling van wilde feesten rondgedanst hebben (....) Er zou boven Rottum in zomernachten een rosse gloed gehangen hebben, de weerschijn van een gelijkkleurig leven.' 'Hoe het ook zij, schrijft Schortinghuis, de koopakte schildert een simpel huis en een simpel eiland. Rottum, zoals het altijd wel geweest zal zijn.'

IMG_1850

Een eiland zoals omschreven in het reisverslag van VOC matroos Johannes Timmers. Bij toeval werd het dit jaar ontdekt door historicus Albert Buursma. In 1782 strandde matroos Timmers in zwaar weer op Rottumeroog. In zijn verslag schrijft hij: "gingen toen de duijne neer en kwaamen aan het huis, daar wij een oudt man en twee kinderen in vonde, die ons met alle vriendelijkheid ontfing (....) Dese oude man was zoo veel als strantvoogt om op d'vuurbaken te passen". Het gezin van vier was samen met twee schamel geklede soldaten de enige bewoners van het eiland.
Ik lees dat in 1810 Napoleon een onderzoek liet instellen naar de militaire betekenis van de Wadden. Over Rottumeroog: 'er wonen acht mensen op het eiland met twee paarden, twee koeien en zes schapen. Er groei een beetje groente, zodat het overgrote deel van de levensmiddelen van het vasteland moet komen. Er is een wagen, een boot van 13 ton en een sloep.'
In het Handboek der Aardrijkskunde van R. Schuiling uit 1915 lees ik ook een mooi tijdsbeeld over het harde en eenzame leven van de strandvoogd: 'teistert storm de zee, dan onderzoekt hij van het observatorium, dat op het dak van zijn huis gebouwd is, het oog met een kijker gewapend, van den horizon af de zee, of hij een schip ontdekt dat de wind in de wit schuimende brandingen, ver buiten het eiland gelegen, voert. Houdt de storm op, dat ziet hij rond, of de storm wrakken of deelen van verbrijzelde schepen naar de kust voert. Hij vischt de stukken op en verzamelt ze op het eiland, om aan den rechtmatigen eigenaar te worden teruggegeven of om te worden verkocht. Heeft de storm den duinvoet teruggedrongen, heeft de wind het strand langs de duinen te veel verlaagd, dan plant hij helmgras. Maar buiten dien arbeid zorgt hij voor de verbouwing van zijn tuin, voor het doen zoeken van eieren der vogels, die dit eiland tot broedplaats kiezen, voor de verzending der eieren, voor het aanvoeren van goederen, die zijn gezin van den vasten wal noodig heeft, en voor de verzorging van het vee, dat of hem toebehoort of van den vasten wal wordt gezonden, om er des zomers te weiden.'
Tijdens de Duitse bezetting was het gedaan met de eenzaamheid. Bij het voogdhuis worden barakken voor het bezettingslegertje van tientallen soldaten geplaatst. Er komen zoeklichten en een paar kanonnen luchtafweergeschut. In 1945 verlaten onze vijanden zonder slag of stoot het kleine eiland. De strandvoogd kan terugkeren.

P1170500P1170517

Een decennium geleden zag ik het Rottumeroog voor het eerst, vanuit een vliegtuig op 10 kilometer hoogte. Sindsdien is het flink van vorm veranderd. Het eilandje wandelt naar het zuidoosten. De Noordzee zorgt voor een steeds afkalvend strand, aan de kant van de Waddenzee groeit het eiland aan. Dit proces gaat hard: gemiddeld 15 meter strand verdwijnt jaarlijks in de Noordzee. In de loop van enkele eeuwen is het eilandje kilometers verschoven. Honderd jaar geleden lag Rottumeroog op de plaats waar nu het westelijk gelegen Rottumerplaat ligt. Dus wie zoekt naar resten van bewoning zal op dit eiland weinig vinden. De zee heeft het meegenomen. Maar mensen laten diepe sporen na en voordat de natuur echt alles heeft gewist gaat er wel even voorbij. Aan de noordwestzijde van het eilandje vind je de resten van palen, bakstenen en GOBI matten nog liggen. Schots en scheef verspreid over het strand. Een eindje in zee staat een eenzame, dunne paal. Het is de plek van de laatste voogdwoning, antwoordt Jan de stuurman op mijn vraag over het object. Door de eeuwen heen zijn alle voogdwoningen verslonden door de zee. Ook de laatste, een verplaatsbare barak uit 1957, is in 1998 vergoed verlaten door de kantonnier van Rijkswaterstaat. Hals over kop, bang voor de opkomende zee. Daarna werd de woning gesloopt. Op het strand vind ik brokken blauwe badkamertegel, ongeroerd door de zee. Wellicht resten van die laatste voogdwoning?

P1170520

Eind jaren zestig heeft Rijkswaterstaat het onderhoud van het eiland op zich genomen. Hoewel het radicale plan tot inpoldering van de Waddenzee toen al van tafel was, werd er wel gewerkt om Rottumeroog als eiland te behouden. Er werden houten palen in de grond geslagen om pieren aan te leggen. Tussen de palen werd gaas aangelegd en daarop werd puin gestort. Dat puin kwam van afgebroken gebouwen uit de provincie Groningen, zoals oude treinstations. De palen staan nu eenzaam tot hun knieën in het zeewater. Het strand ligt bezaaid met brokken baksteen. Ook de zogenaamde GOBI matten, betonblokken die zijn vastgekit op nylondoek, konden de zee uiteindelijk niet tegenhouden.  

Sinds 1991 wordt Rottumeroog niet meer verdedigd tegen de zee. De natuur heeft vrij spel gekregen. Lang is er gediscussieerd tussen de voor- en tegenstanders van behoud van het eiland. De tijd van inpolderen en verdedigen tegen de zee is voorbij. Het water krijgt weer de ruimte om haar eigen ding te doen. Dat dat niet zonder emotie gepaard gaat weten we uit de discussie over het lot van de Hedwigepolder in Zeeland. In 1991 bezetten Hendrik Toxopeus, zoon van de laatste eilandvoogd en zijn vrouw Janny Mulder het eiland, uit onvrede met het besluit het eiland aan haar lot over te laten. Een actie die veel publiciteit kreeg. Overleg tussen de twee kampen leidde er uiteindelijk toe dat de eilandverdediging blijvend werd gestaakt, maar in beperkte mate beheer van het eiland en bezoek werd toegelaten. Niet ver van de oude Zeekaap is een stukje van het eiland van kust tot kust ontdaan van begroeiing. Dit is het punt waar de zee in de winter van 2011 op 2012 het eiland overspoelde. De pers pikte de gebeurtenis op: "Rottumeroog dreigt in zee te verdwijnen" klonk als een laatste noodoproep. Maar het eiland is niet verzwolgen, het heeft zich sindsdien hersteld.

P1170487

Door de kwelder  loopt een smal pad, ondertussen al behoorlijk overwoekerd naar de Zeekaap. Het pad kwam in het nieuws toen in 2013 wethouder Bouman van de gemeente Eemsmond bekend maakte dat de paden op Rottumeroog en Rottumerplaat een straatnaam en straatnaamborden moesten krijgen. Het was zo bij wet geregeld. En zo kreeg Rottumeroog zijn Jan Brandspad en Rottumerplaat een Marten Toonder Sr. pad. De verontwaardiging over deze maatregel was zo groot bij de Stichting Vrienden, dat ze een spotprent publiceerden over een van de paden, compleet met straatnaambord, asfaltering, verkeersborden en straatverlichting. Misschien heeft het geholpen, want de straatnamen kwamen er alleen als digitaal bestand.

IMG_1851P1170545

De MS Noordster is ondertussen helemaal droog komen liggen, met de kiel op het zand. Eén voor één klimmen de bezoekers van het onbewoonde eiland langs de stalen ladder aan boord. Tergend langzaam begint het water te stijgen, om dan ineens te versnellen. De vloed komt ruisend door het zeegat binnenstromen. Als de boot weer drijft is de schemering al voorzichtig begonnen. In de verte gloeien de lichtjes van het volgebouwde eiland Borkum en aan de andere kant die van de bedrijvige Eemshaven. Het is geen gemakkelijke tocht. Wachten voor het wantij, een richel in zee, tot het water hoog genoeg is en de boot kan passeren. Als de stuurman de boot per ongeluk net buiten de vaargeul manoeuvreert moet het zoeklicht aan om onze weg in de geul van boei tot boei te vinden. Rottumeroog is dan al lang uit zicht. Menig passagier zal zich met mij afvragen of hij ooit nog op het eiland komt. “Zal ik deze tocht een tweede keer gaan ondernemen? Wie weet wil ik het ooit weer, maar is het tegen die tijd nog toegestaan? Zal het eiland dan überhaupt nog bestaan? Als dat allemaal wel zo is, zal de zee er voor gezorgd hebben dat Rottumeroog voort is gewandeld en niet langer hetzelfde eiland is. Nee, is het antwoord dus, op deze plek kom ik nooit meer.

Foto’s