De dadelrand van de Sahara

29 april 2018 - Erfoud, Marokko

Ik ben een of drie keer eerder in Marokko geweest. Geen kwestie van geheugen, maar van definitie. De tweede keer was ik in Melilla, een Spaanse enclave aan de noordkust van Afrika. Marokko beschouwt het, samen met de enclave Ceuta en wat eilandjes voor de kust, als door Spanje bezet gebied. Keer drie was ik in de Westelijke Sahara, een voormalige Spaanse kolonie die zich onafhankelijk heeft verklaard maar feitelijk door Marokko wordt bestuurd. Ze noemen het de Zuidelijke provincies. Grenzen om landen, al kunnen we blijkbaar niet zonder, zijn een recept voor gedoe. Ook in Marokko.

imageimage

Veelzeggend vind ik de standaard kaart van Marokko die je in menig hotel bij de receptie aan de muur ziet hangen: De grens van de 'Zuidelijke provincies' is vlijmscherp ingetekend, maar de grens met oosterbuur Algerije is achterwege gelaten. Om tactische redenen. Ondanks een aantal verdragen is het grensgeschil tussen deze twee landen nooit helemaal geslecht. 

imageimage
Allemaal de schuld van de Fransen. In hun drift om uitbreiding van invloedsfeer en grondbezit werd Algerije tot kolonie gemaakt en Marokko in 1912 tot protectoraat. Frankrijk liet het ogenschijnlijk onnuttige Sahara gebied lange tijd met rust en liet de moeite achterwege een grens te trekken tussen Algerije en Marokko. En toen ze pogingen deed een lijn te trekken om het protectoraat Marokko, leidde dat door onnauwkeurigheden en interpretatieverschillen tot verschillende grenzen naast elkaar. Marokko verlangde naar het grote rijk van weleer, iets waar wel meer jonge naties last van hebben. In 1963 raakten de twee buren korte tijd in oorlog. In daarna gesloten verdragen zijn afspraken gemaakt over de grenslijn. Of men er veel mee is opgeschoten? De afgesproken grens is sindsdien namelijk permanent gesloten. Het conflict tussen de twee landen is ook vandaag nog steeds niet helemaal bijgelegd.

imageimage

Hadden de Fransen het bij het rechte eind de Saharastreek lange tijd te beschouwen als nutteloos niemandsland? 
Laten we eens kijken. Vandaag, tijdens mijn tweede of vierde bezoek aan Marokko ben ik in Tafilalt, een grote palmenoase aan weerszijde van de rivier de Ziz, in het zuidoosten van Marokko. Het ligt midden in een woestijnlandschap, op enkele tientallen kilometers van de grens met Algerije. Dit gebied is een van de grootste oases ter wereld. Sinds mensenheugenis worden hier dadels verbouwd in grote palmenplantages. Het was en is een ware industrie. Marokko is niet de grootste dadelproducent ter wereld, dat is Egypte. Maar met een respectabele 100.000 ton dadels op jaarbasis telt ze wel mee.

ksar maadidksarmaadid

Bij de palmenoases langs de Ziz ontstonden versterkte dorpen, Ksar's. Ze zorgden voor bescherming en koelte. Ksar Maadi, niet ver van de stad Erfoud is een juweel. Net als in Fez lijkt de tijd stil te hebben gestaan. Meteen zodra je vanaf het dorpsplein door een grote poort binnen gaat. Traditioneel leven in een compacte, lemen stad. Mensen leven in donkere, overdekte stegen achter mooi bewerkte ijzeren poorten.

ksar maadid portretimage

Opslagruimten voor graanvoorraden, een kleine moskee waar kinderen koranverzen van houten plankjes lezen. Lang konden deze economieën bestaan voordat de Fransen deze afgelegen gebieden onder hun hoede namen. Pas in het begin van de 20e eeuw werden hier garnizoensplaatsen gebouwd. De regio is door haar oases, woestijn en ksar's een aantrekkelijk gebied voor toeristen geworden. Zo is een nieuwe economie ontstaan. Afgelegen voelt de regio nog steeds. Je bent in de woestijn. Bij het eindpunt van wegen uit Fez en Marrakech. Die lopen namelijk dood, bij de grens met buurman Algerije. 

Foto’s