Invloed

1 februari 2020 - Maputo, Mozambique

Zeg je Mozambique, dan zeg je Portugal. Bijna letterlijk: de officiële taal in dit Afrikaanse land is Portugees. De helft van de 30 miljoen inwoners spreekt het.

Net als Angola (waar ik in 2019 was) was Mozambique tot in het midden van de jaren zeventig een Portugese kolonie. Tussen beide landen, die nauwe banden met elkaar hebben, zie je veel overeenkomsten.  De economie draait op landbouw en de grote hoeveelheid grondstoffen onder het oppervlak. Beide raakten na de onafhankelijkheid in een langdurige burgeroorlog verwikkeld. En de beide vlaggen van de twee landen stralen die lange strijd uit: het kapmes op de Angolese vlag en een Kalasjnikov op die van Mozambique. De economie van de twee landen groeit hard, maar tegelijkertijd leeft de helft van de bevolking onder de armoedegrens.

Ik ben in Maputo, de hoofdstad van het land. Helemaal in het zuiden, tegen de grens met Zuid-Afrika en Swaziland aan. Maputo is anders dan Luanda, de hoofdstad van Angola.  Het voelt hier voelt een stuk veiliger en het oogt welvarender. Hier loop je gerust over straat, stap je een restaurant binnen of drink je een kop koffie op een terras. De wegen zijn beter en de winkels mooier. Luanda heeft haar Portugese naam behouden. Maputo, de naam van een lokaal stamhoofd,  werd in 1976 de nieuwe naam van de stad die voorheen Lourenço Marques heette, naar een Portugese ontdekkingsreiziger.

IMG_8884 (2)IMG_8857 (2)

Maar beide steden hebben een laagje Nederlandse geschiedenis. In Maputo kom je die op twee plekken tegen: het station en het fort.

Maputo grossiert in mooie gebouwen uit de hoogtijdagen van de Portugese kolonie in de eerste helft van de twintigste eeuw. Als ik achteloos een foto maak van het stadhuis staat er meteen een politieauto naast me. De agenten doen alsof ik een hele ernstige overtreding heb gemaakt. Een bekende tactiek. Na wat over en weer praten weet ik ze met een fooi af te schepen.

Het meest indrukwekkende gebouw van de stad is het station. Ik heb iets met stationsgebouwen. Het mooiste exemplaar van Nederland stond in mijn thuisstad ’s-Hertogenbosch. Een schitterend werk van architect Eduard Cuypers. Mooier dan dat van Amsterdam Centraal of Groningen. Helaas werd het in 1944 door jachtbommenwerpers aan flarden geschoten. Nog altijd raakt dat me als ik prachtige stationsgebouwen elders zie.

Ik had niet verwacht op deze plek in Maputo zo’n exemplaar aan te treffen. Maar het staat er echt. Groot, frivool en helwit. Gebouw rond 1914 naar een ontwerp van door de Portugese architect Mario Veiga.

IMG_8842IMG_8843 (2)

Het plein voor het gebouw is levendig: bussen rijden af en aan, mensen wandelen langs fruitstalletjes onder kleurrijke parasols. Maar voorbij de ketting  die naar het stationsgebouw leidt is niemand. Even denk ik dat het stationsgebouw gesloten is. Binnen komt de enige persoon in het gebouw naar me toe. Hij stelt zich voor als de stationschef. Trots vertelt hij over het gebouw dat door Time Magazine  is uitgeroepen tot een van de mooiste stationsgebouwen ter wereld. Het kan zich meten met Antwerpen Centraal en Londen St Pancras.

IMG_8844 (2)

Het verhaal van dit station begon met Paul Kruger, president van de Boerenrepubliek Transvaal in 1895. Die republiek werd gesticht door wegtrekkende boeren, afstammelingen van vooral Nederlandse immigranten, toen Engeland de Kaapkolonie annexeerde. Transvaal had behoefte aan toegang tot de zee om onder andere het in grote hoeveelheden gedolven goud te exporteren. Een route die het door de Britten gekoloniseerde gebied vermeed. De haven van Maputo zou uitkomst bieden, zodra die per spoor was ontsloten. Dat was het grote werk van de Nederlandsch-Zuid-Afrikaansche Spoorwegmaatschappij. Het oorspronkelijke kleine stationsgebouw uit die tijd staat er nog steeds,  ingekapseld door het veelgeprezen latere exemplaar.

IMG_8852 (2)IMG_8847 (2)

Maputo werd een belangrijk overslagpunt en de stad groeide als kool. Het strategisch belang was zo groot dat zowel Boeren als Britten het gebied claimden. Portugal riep de hulp in van Frankrijk om te bemiddelen. Die wees het gebied toe aan het hulpvragende land.  Maputo en het zuidelijk deel van Mozambique bleef in handen van de Portugezen.

P1210801 (2)P1210799 (2)AMH-2494-NA_Post_of_the_Company_at_Rio_d'Lagoa

Midden in het centrum van de stad staat het Portugese fort. Je mag er rondkijken tegen een vrijwillige bijdrage. Dikke muren, oude kanonnen en uitzicht over het nieuwe zakencentrum van de stad. Weinig mensen kennen de voorganger van dit Portugese verdedigingswerk. Het heette Fort Lydsaamheid. In 1720 door Nederlanders gebouwd, die met 3 schepen uit Kaapstad kwamen om hier handel te gaan drijven. Zonder veel succes. Na tien jaar te zijn geteisterd door ziekten, piraten en gedoe met de inheemse bevolking werd de winst-verliesrekening opgemaakt. De kosten van deze vestiging bleken 10 maal hoger dan de opbrengen. Het fort werd met de grond gelijk gemaakt, de Nederlanders vertrokken enkele reis naar Kaapstad. Maar ze legden wel het fundament voor de stad Maputo. Net zoals dat voor Kaapstad, Jakarta en New York geldt.

IMG_8882 (2)

Aan de oostzijde van het centrum, bij het natuurhistorisch museum, kijk ik uit over de baai waar ooit de schepen hun forten en later de haven naderden. Nederland heeft via haar Zuid-Afrikaanse kolonie en de latere Boerenrepubliek Transvaal een stempel gedrukt op de ontwikkeling van Maputo. Maar het was toch Portugal die een blijvende invloed zou hebben op het enorme land Mozambique, waar het kleine Nederland wel twintig keer in past.

Foto’s

1 Reactie

  1. Theo Peels:
    2 maart 2020
    De connectie tussen SA en Mozambique is voor mij nieuw om te horen. Maar ik ben ook niet zo’n wereldreiziger als jij.